Intercropping
Intercropping of tussenteelt is een veelgebruikte techniek om de diversiteit van nuttige insecten in landbouwsystemen te vergroten. Door het gebruik van groenbedekkers, vanggewassen of bankerplanten kan voedsel en beschutting worden geboden aan natuurlijke vijanden van plagen, waardoor deze zich langer kunnen handhaven en voortplanten.
De voorbije jaren zijn diverse proeven aangelegd met Phacelia als bankerplant in de strijd tegen trips in openluchtgroenten. Naar aanleiding van gunstige ervaringen in Nederland met het gebruik van Phacelia in uien, werd ook in onze proeven Phacelia als bankerplant gezaaid in soms lege stroken tussen het cultuurgewas (spuitsporen). De bankerplant werd in drie zaaiingen aangelegd met als doel een zo lang mogelijke periode bloei te creëren en alzo de natuurlijke vijanden van trips te stimuleren. Via bemonstering werd ook effectief een grotere diversiteit aan nuttigen in het veld waargenomen: roofmijten, kortschildkevers, roofwantsen, zweefvliegen, gaasvliegen, loopkevers, rooftripsen,… Na een morfologische determinatie werden de organismen via moleculaire technieken geïdentificeerd tot op soortniveau. Deze nieuwe informatie heeft een eerste licht geworpen op de brede biodiversiteit aan organismen die te vinden is in openluchtgroenten. Nader onderzoek en ervaringen uit veldproeven zullen moeten uitwijzen welke organismen veelvuldig voorkomen op diverse locaties en teelten en welke organismen ook effectief relevant zijn in de strijd tegen schadelijke trips in het gewas. Een eerste screening van de maaginhoud van enkele natuurlijke vijanden naar aanwezigheid van sporen van tabakstrips leverde alvast hoopvolle resultaten.
Doorheen het project werden 5 veldproeven in uien, 2 veldproeven in venkel en 7 veldproeven in prei aangelegd met Phacelia. De laatste jaren werden ook nog 4 veldproeven in prei uitgevoerd met Lobularia (ook wel bekend als Alyssum of schildzaad). Ondanks het hoge aantal proeven en verschillende teeltseizoenen, werd nooit een overtuigende meerwaarde aangetoond van de bankerplanten in de reductie van schade. We zien wel een opmerkelijke stimulans van nuttige insecten, hoofdzakelijk rooftripsen, roofwantsen, gaasvliegen en roofkevers. Sommige soorten werden ook op de gewassen aangetroffen met signalen van actieve voortplanting. De proeven met Phacelia leverden dus geen concrete oplossingen voor tripsbeheersing, maar toonden wel een grote en actieve poule aan nuttige insecten, die een bijdrage kunnen leveren in de beheersing van trips.